Tag Archives: beeld

herinnering

Henri Bergson schrijft in 1896 in Matière et Mémoire, later vertaald in Matter and Memory over wat het is je iets te herinneren. Hoe gaat dat in z’n werk? Dit proces van ons herinneren, waarbij we ons zelf als het ware verplaatsen naar het verleden om de beelden te kunnen oproepen van dat wat zich toen afspeelde, noemt Bergson een werk van aanpassing, iets wat lijkt op het focussen van een camera.

Film: Man with a Movie Camera - Vertov
Film: Man with a Movie Camera – Vertov

Maar onze herinnering blijft nog virtueel, schrijft Bergson, we bereiden onszelf eenvoudig voor die te ontvangen door de juiste houding aan te nemen. Beetje bij beetje komt de herinnering in zicht als een condenserende wolk, van de virtuele staat beweegt de herinnering zich in de actuele staat; en als de contouren helderder worden en het oppervlak neemt kleur aan neigt de herinnering ernaar perceptie te imiteren. 

Nimbus 2010 Bernaut Smilde
Nimbus 2010 – Bernaut Smilde

Maar de herinnering blijft verbonden aan het verleden door zijn diepste wortels en als de herinnering, wanneer hij eenmaal is gerealiseerd, niet iets van zijn originele virtualiteit behoudt en in de huidige toestand ook niet iets is wat zich duidelijk onderscheidt van het heden, zouden we het nooit voor een herinnering houden.

Volgens Bergson zullen we nooit het verleden bereiken zonder onszelf open en bloot daarbinnen te plaatsen. Noodzakelijk virtueel, het verleden kan niet gekend worden als iets wat voorbij is zonder dat we de beweging volgen en aannemen waardoor het uitbreidt in een actueel beeld, dus opkomend uit de duisternis in het daglicht. 

ik kan mijn leven volgen aan de hand van mijn herinneringen

Geheugen is radicaal verschillend van perceptie, schrijft Bergson. Het verleden is machteloos; het heden is sensomotorisch, en daarom actief. Mijn heden is dat wat mij interesseert, zegt Bergson, wat leeft voor me en wat me sommeert tot actie; terwijl mijn verleden in wezen machteloos is.

Wat is voor mij het huidige moment? vraagt Bergson zich af in zijn tekst. En hij vervolgt met te zeggen dat de essentie van tijd is dat die voorbij gaat; tijd die al voorbij is, is verleden en we noemen de inhoud van wat voorbij gaat het heden. Maar er kan geen kwestie zijn van een mathematische inhoud. Geen twijfel mogelijk, zegt Bergson, dat er een ideaal heden bestaat – een pure conceptie, een voorstelling, de ondeelbare grens die het verleden scheidt van het heden. 

Time Limits

Maar het werkelijke concreet levende heden-  dat waarvan ik spreek wanneer ik spreek over mijn perceptie van het heden-  neemt noodzakelijk een duur in beslag. Waar is die duur dan geplaatst? vraagt Bergson zich af.

klok now

Wat ik mijn ‘heden’ noem heeft een voet in mijn verleden en een andere in mijn toekomst; het is de toekomst die het zal duiden. De psychische staat, die ik mijn heden noem, moet dan beide zijn; een perceptie van het onmiddellijke verleden en een bepaling van de onmiddellijke toekomst. Het verleden, voor zover het is waargenomen, is sensatie zegt Bergson, want elke sensatie vertaalt een lange reeks elementaire vibraties; en de onmiddellijke toekomst, voor zover die is bepaald, is actie of beweging. Mijn heden is dus in wezen sensomotorisch.

resonantie water beeld

Ons heden is de materialiteit van ons leven, het is uniek voor elk moment van duur, schrijft Bergson. En hij legt uit dat dit wil zeggen dat mijn hele leven bestaat uit het bewustzijn dat ik heb van mijn lichaam. Met uitbreiding in de ruimte ervaart mijn lichaam sensaties en voert tezelfdertijd bewegingen uit.

Bergson beschrijft het verschil tussen actuele sensaties en ‘pure’herinnering als een verschil in soort. Mijn actuele sensaties bezetten bepaalde gedeelten van het oppervlak van mijn lichaam schrijft Bergson, terwijl pure herinnering geen deel van mijn lichaam raakt. Herinnering zal ongetwijfeld sensaties voortbrengen als het materialiseert, maar op dat specifieke moment zal het ophouden een herinnering te zijn en voortgaan in een staat van een huidig ding, iets actueel levends; en ik zal er alleen het karakter van herinnering aan kunnen herstellen door mijzelf terug te dragen naar dat proces waarmee ik het opriep, toen het virtueel was, uit de diepten van mijn verleden. 

het voelde alsof ik daar was achtergelaten
Tigereyes – Frank Scheffer

Het is juist omdat ik hem actief maakte dat de herinnering actueel werd, dat wil zeggen, een sensatie die in staat is bewegingen te provoceren.

Bergson ziet sensatie in zijn essentie, uitgebreid en gelokaliseerd, als bron van beweging, in tegenstelling tot puur geheugen, wat niet uitgebreid is en krachteloos en niet in enerlei mate de aard van sensatie deelt.

Bergson laat zien met behulp van een diagram dat er tussen het punt S, de actuele aanwezige perceptie die ik heb in mijn lichaam, dat wil zeggen een zeker sensomotorisch evenwicht, en het oppervlak van basis AB waarover mijn herinneringen liggen gespreid, mijn  herinneringen in zijn totaliteit, ruimte en speling is voor een duizend herhalingen van mijn psychische leven gefigureerd als vele secties A’B’, A”B”, enzovoort van dezelfde kegel.

fig 5 Bergson

We hebben de neiging onszelf te verstrooien over AB schrijft Bergson, in de mate dat we ons losmaken van onze sensorische en motorische staat om te leven in het leven van dromen; we neigen ernaar ons te concentreren in S in die mate dat we onszelf meer vasthechten aan de huidige werkelijkheid, reagerend door motorische reactie op sensorische stimulatie. In feite staat het normale zelf nooit in deze extreme posities; het beweegt ertussen, neemt op zijn beurt de positie in die correspondeert met de tussen-secties, of, met andere woorden, het zelf geeft aan haar herinneringen net genoeg beeld en net genoeg idee om het hen mogelijk te maken nuttig hulp te kunnen bieden aan de huidige actie.

Onze geest reist onophoudelijk over het interval wat tussen zijn twee extreme grenzen het niveau van actie omvat en het niveau van droom. 

idfa 2014
Those who feel the fire burning – Morgan Knibbe

Er zijn altijd sommige dominante herinneringen, schijnende punten waar omheen de andere een vage nevel vormen. Deze schijnende punten worden vermenigvuldigd in de mate waarin ons geheugen zich uitbreidt.

sterrenstelsel

Bergson schrijft over een sterke schok, een heftige emotie die de beslissende gebeurtenis kan vormen, waar herinneringen zich aan vastklampen; en als dit event door haar plotselinge karakter afgesneden wordt van de rest van onze geschiedenis, volgen de herinneringen dit event in de vergetelheid.

Henri Bergson beschrijft in Matter and Memory een theorie die de hersenen ziet als een bemiddeling tussen sensatie/gewaarwording/beroering (sensation) en beweging, een theorie die in deze verzameling van sensaties en beweging het puntige uiteinde ziet van mentaal leven- een punt die voortduwt in het weefsel van gebeurtenissen, en zo het lichaam de enige functie toeschrijft van het richten van de herinnering naar de werkelijkheid en van het binden aan het heden, herinnering zelf beschouwend als absoluut onafhankelijk van materie. In dit opzicht helpen de hersenen mee aan het oproepen van nuttige herinneringen, maar nog meer aan de tijdelijke verbanning van al die andere.